Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De [1]eerste inwoners nu, die in hun bezitting, in hun steden [kwamen], waren de [2]Israelieten, de priesters, de Levieten, en de [3]Nethinim. 1. Van hier af begint het register dergenen, die na de Babylonische gevangenis weder in hun land gekomen zijn. 2. Te weten, het gemene volk onder de Israelieten. 3. Dat is, overgegevenen. Deze waren Gibeonieten, die zich vrijwillig den Israelieten hadden overgegeven, tot eeuwige dienstbaarheid, Joz.9:21. Zie ook Ezra 8:20; Neh.11:3.